
Stap 1
Zorg ervoor dat de juiste kraaglengte is geselecteerd voor de gebruikte plaatdikte. Selecteer de juiste gatmaat uit de onderstaande tabel voor de benodigde moer. Stans de gatdiameter in het plaatmateriaal.

Stap 2
Plaats het plaatmateriaal op de moer, zodat de kraag door het gat uitsteekt. Als de kraag niet recht in het gat zit, zal de verbinding onvolmaakt zijn en zullen de schroefdraad van de aansluitende onderdelen niet goed uitlijnen.

Stap 3
Gebruik een geprofileerde pons en oefen alleen voldoende druk uit om de kraag om te buigen en de zes punten van de hexagon in het plaatmateriaal te laten vastzetten. Dit zorgt voor torsieweerstand (rotatieweerstand).

Felsen
Voor de beste torsieweerstand en uittrekweerstand moeten de 6 punten van de hexagon in het oppervlak van het plaatmateriaal worden ingebed en moet de spie na installatie gelijk liggen met de onderzijde van het plaatmateriaal.
Gebruik de onderstaande tabel en raadpleeg de specifieke maat van de zeskantmoer om de juiste gatmaat te selecteren voor de installatie van de bevestiger.
Voor de beste dimensionale nauwkeurigheid en optimale prestaties raadt Batenburg Bevestigingstechniek aan om alle gaten in het plaatmateriaal te ponsen of te snijden.
Voor het installeren van de bevestiger in het geponste gat is een geprofileerde pons of een kogellager van een geschikte maat vereist.
Afmetingen - Metrisch (mm)
Schroefdraadvorm | M2.5 | M3 | M3.5 | M4 | M5 | M6 | M8 | M10 | M12 |
Aanbevolen gatmaat +0,05 -0,00 mm | 5.54 | 5.54 | 6.73 | 6.73 | 7.92 | 9.52 | 12.70 | 15.87 | 19.05 |
Ponsafmetingen
Schroefdraadmaat | A | B |
M2.5/M3 | 9.05 | 4.95 |
M3.5/M4 | 10.50 | 6.10 |
M5 | 12.00 | 7.19 |
M6 | 14.00 | 8.64 |
M8 | 16.30 | 11.71 |
M10 | 21.90 | 14.78 |
M12 | 25.40 | 17.86 |