
Stap 1
Selecteer de juiste gatmaat uit de onderstaande tabel voor de gewenste pinmaat. Pons de gatdiameter in het plaatmateriaal en plaats het op het juiste aambeeld.

Stap 2
Plaats de pin zo dat de kartels van de kop op het basismateriaal rusten. Zorg ervoor dat zowel de plaat als de pin uitgelijnd zijn langs dezelfde as. Als dit niet het geval is, zal de verbinding onvolmaakt zijn en zullen de aansluitende schroefdraadverbindingen niet goed uitlijnen.

Stap 3
Gebruik een vlakke pons en oefen alleen voldoende druk uit om de kop van de pin en de tandkenmerken onder de kop in het basismateriaal van de plaat te persen.

Stap 4
Als het vergrendelingselement met tanden correct is geïnstalleerd, zorgt het voor torsiebestendigheid (rotatieweerstand). Na de installatie moet de spieverbinding gelijk liggen met het plaatmateriaal.
Pin diameter +/- 0,05 | Minimale plaatdikte | Gatmaat in de plaat +0,08 | Minimale afstand van het gatmiddelpunt (C/L) tot de rand |
3mm | 1 | 3.5 | 6.4 |
4mm | 1 | 4.5 | 7.1 |
5mm | 1 | 5.5 | 7.6 |
6mm | 1 | 6.5 | 7.9 |