
Stap 1
Een aambeeld met de correct geconfigureerde gatmaat wordt in de installatiepers geplaatst. De moer wordt in het gat geplaatst.

Stap 2

Stap 3
De pons perst het plaatmetaal op de moer. Het verplaatste metaal vloeit in de ondersnijding en rondom de kartels van de moer.

Stap 4
De moer is volledig geïnstalleerd wanneer de plaat gelijk ligt met het oppervlak van het aambeeld.
Gebruik de onderstaande tabel om, op basis van de specifieke maat van het bevestigingselement, de juiste gatmaat te selecteren voor de installatie.
Voor de beste dimensionale nauwkeurigheid en optimale prestaties raadt TR aan om alle gaten in het plaatmateriaal te ponsen.
Let op: het is essentieel dat de aanbevolen gat toleranties worden nageleefd.
Schroefdraadmaat en spoed | M3 0.5 | M4 0.7 | M5 0.8 | M6 1.0 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Minimale plaatdikte | 1 | 1.4 | 1 | 1.4 | 1 | 1.4 | 1.4 |
Gatmaat +0,08 -0,00 | 7.4 | 9.4 | 10.31 | 13.1 | |||
Minimale afstand van het gatmiddelpunt tot de rand | 7.62 | 8.64 | 9.14 | 11.0 |